1626 Tekst: Adriaen Valerius (ca. 1575 – 1625). Op de melodie van ‘de Engelsche min’
- Geluckig is het Land
Dat God den Heer beschermt
Als daar met moord en brand
De vijand rondom swermt
End’ dat hij meent hij sal
’t Schier overwinnen al
Dat dan, dat dan, dat dan
Hij selft komt tot den val - Gedanckt moet sijn de Heer
De God die eeuwig leeft
Dat Hij ons ’t zijnder eer
Dees overwinning geeft
Wat wonder heeft de kracht
Des Heeren al gewracht
O Heer, o Heer, o Heer
Hoe groot is Uwe macht