-
Een yegelick is wel bekent
Wat de Paus voor een Instrument
Sant in die Nederlanden
Na dat Duck d’Al-ba is gheruymt
Als hy de self-de had geschuymt
Na Moort, Roof, en de Branden
’t Was de Milaensche Commandeur
die hier toe van hem kreech de keur
door zijn seer schalcke sinnen
Duck dalvens handel was te wreet
dees veynsde dat hem sulcx was leet
Hy wout met list beghinnen
-
De Prins en staten sloten raet
Die vreemt scheen. Nochtans van dees daet
salmen duysent Jaer spreken
Den Ysseldijck creech menich gat
De Maesdijck wert ghesteken plat
Twater quam in ghestreken
Hollant toonde zijn watercracht
Zeelant heeft zijn hulp by gebracht
Door Volck, en schoon scheeps stucken
Boisot den vermaerden Crijchshelt
Begaf sich op het Watervelt
Godt liet het hem gelucken -
In Octobri den derden dach
Boisot men met sijn schepen sach
Binnen de stadt van Leyden
de hongherighen creghen spijs
den Heer die sy danck ende prijs
diese hen cost bereyden
Natuere creech weer haren eysch
Sy werp van haer dat Peerden vleysch
Broot had sy moeten derven
den tijt van seven Weken lanck
Water was meest geweest den dranck
Waer door veel moesten sterven
Uit: 1576
Tekst: uit het Geuzenliedboek
Muziek: op de melodie van Psalm 36/68