Wilt heden nu treden

  1. Wilt heden nu treden voor God den Heere,
    Hem boven al loven van herten seer,
    End’ maken groot zijns lieven namens eere,
    Die daar nu onsen vijant slaat terneer.
  2. Ter eeren ons Heeren wilt al u dagen
    Dit wonder bijzonder gedencken toch;
    Maekt u, o mensch, voor God steets wel te dragen,
    Doet ieder recht en wacht u voor bedrog.
  3. Bidt, waket end’ maket dat g’in bekoring,
    End’ ’t quade met schade toch niet en valt.
    U vroomheyt brengt den vijant tot verstoring,
    Al waer sijn rijck nog eens so sterck bewalt

Optioneel couplet:

  • D’arglosen, den boosen om yet te vinden,
    Loopt driesschend, en briesschend gelyck een leeuw,
    Soeckende wie hy wreedelyck verslinden,
    Of geven mocht een doodelycke preeuw.