Als een komeet
We komen als kometen
geen ster in vrije val,
maar een vurige vlam,
met een staart van verhalen,
en een hart dat hamert in halfronde hallen
waar kennis klatert als regen op ruiten
in een stad die steeds verder
blijft stuiten op sterren
maar nooit stopt met streven,
naar licht van nieuw leven.
Wij zijn licht dat leert.
Wij zijn vuur dat voert.
Wij zijn de storm die stuurt,
de stilte die staart naar iets groters.
van Haagweg tot Havenkade.
Van Hooigracht tot het hart van de Hortus
Wij zijn de echo van een ontdekkingstocht
langs eeuwen
ons verleden verlicht, ons pad een
projectiel
dat dwars door het duister
de toekomst kust.
Een kanonschot dat valt in de nacht
een stad in hongersnood,
water dat landinwaarts uitademt
om ruimte te maken voor hoop,
haring en wittebrood.
Een boot die binnenvaart
als een engel in de mist.
Dát was ons begin.
En sindsdien
zitten we niet stil.
We knallen vooruit.
Liever eigenwijs dan voorzichtig,
liever origineel dan schatplichtig.
Wij bouwen bruggen van boeken,
leggen leidingen van logica,
blazen bubbels in buretten,
en laten lasers dansen in labjassen.
Denk: Einstein,
die hier liep
langs grachten vol gedachten,
zijn snor trillend van theorie.
Denk: Boerhaave,
met een brein als een beuk
en vingers als vragen.
Denk: Rembrandt,
die keek en nog eens keek
en licht in donker schilderde
met de precisie van een planeetbaan.
Denk Magdalena Moons,
die bij Valdez succesvol
een nacht respijt bepleit
en Leidens dochters en zoons
bevrijdde voor de eeuwigheid
Denk: jezelf,
want jij bent de volgende
De komeet die komt.
We zijn de stad die blijft studeren
zolang de sterren blijven stralen.
Waar studenten staren naar kaarten
en stellingen uitstoten als stoomschepen
in de nacht en drinken en denken
en discussiëren tot de dageraad.
Want Leiden is geen legende
het is een levend laboratorium.
Het is een lezing, een lied, een logboek
een telescoop gericht op de toekomst.
Dus ja, wij komen als een komeet.
Niet om te verbranden, maar te verlichten.
Niet om te verdwijnen, maar te
verschijnen.
Niet om te eindigen,
maar om elke horizon open te breken
met een staart van vonken,
en een hart vol koersvast vuur.
En als ze vragen:
‘Wat was dat licht aan de hemel
daarboven?’
Laat ze geloven wat ze willen,
maar weet:
Dat is Leiden.
En het komt… als een komeet.
Door: Stadsdichter van Leiden Raymond Tilma, 18 september 2025